Vrijstelling van schoolbezoek

In de Leerplichtwet staat dat uw kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen dus nooit zomaar van school wegblijven. In een aantal gevallen is echter een uitzondering op deze regel mogelijk.

Voorbeelden wanneer een leerling niet naar school hoeft zijn: ziekte, schorsing, een religieuze feestdag, een huwelijk, een begrafenis.

De uitzonderingen en de daarbij behorende regels staan hieronder beschreven.

Vragen?

Hebt u na het lezen van deze informatie nog vragen? Neem dan contact op met de directeur van de school of met de leerplichtambtenaren van de gemeente Vijfheerenlanden (de gegevens van de leerplichtambtenaren kunt u vinden op onze pagina Leerplicht en verzuim.

1. Vrijstelling van kinderen van 5 jaar artikel 11a van de Leerplichtwet

Vanaf vijf jaar is uw kind leerplichtig en moet hij/zij iedere schooldag naar de basisschool. Voor sommige kleuters kan een hele schoolweek in het begin nog te vermoeiend zijn. Dan is een vrijstelling mogelijk. Dit betekent dat u uw kind tot de zesde verjaardag vijf uur per week mag thuishouden. Hiervoor hebt u geen toestemming nodig.

U moet het wel melden bij de schooldirecteur. Als uw kleuter het nodig heeft, kunt u de vrijstelling uitbreiden met maximaal vijf extra uren. U kunt uw kind dus maximaal tien uren per week thuishouden tot de zesde verjaardag. Hiervoor hebt u wel speciale toestemming van de schooldirecteur nodig. Deze vrijstelling is alleen bedoeld om overbelasting van uw kind te voorkomen. Het is in het belang van uw kind dat het zo snel mogelijk went aan een volledige schoolweek.

2. Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen artikel 11 e en artikel 13 van de Leerplichtwet

Wanneer uw kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging, bestaat er recht op verlof. Als richtlijn geldt dat hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven. Maakt uw kind gebruik van deze vorm van extra verlof? Dan dient u dit minimaal twee dagen van te voren te melden bij de directeur van de school.

3. Op vakantie onder schooltijd artikel 11 f van de Leerplichtwet

De specifieke aard van het beroep van één van de ouders speelt een rol. Het kan het de ouders onmogelijk maken in één van de schoolvakanties twee aaneengesloten weken op vakantie te kunnen gaan. (dat wil zeggen gedurende zomervakantie, kerstvakantie en/of meivakantie). Ouders dienen dit wel aannemelijk te maken. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar uw kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatshebben. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij uw aanvraag moet een werkgeversverklaring worden gevoegd. Hieruit moeten de specifieke aard van het beroep én de verlofperiode van de betrokken ouder blijken. Verder dient u met de volgende voorwaarden rekening te houden:

  • In verband met een eventuele bezwaarprocedure moet de aanvraag ten minste acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend.
  • De verlofperiode mag maximaal tien schooldagen beslaan.
  • De verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen.


Bij het begrip ‘specifieke aard van het beroep’ dient voornamelijk te worden gedacht aan seizoensgebonden werkzaamheden of werkzaamheden in bedrijfstakken die een piekdrukte kennen. Waarin het voor het gezin feitelijk onmogelijk is om in die periode een vakantie op te nemen. Het moet redelijkerwijs voorzien zijn (of worden aangetoond) dat vakantie in de schoolvakanties tot onoverkomelijke bedrijfseconomische problemen zal leiden. Slechts het gegeven dat gedurende de schoolvakanties een belangrijk deel van de omzet wordt behaald is onvoldoende.

4. Verlof in geval van ‘Andere gewichtige omstandigheden’ artikel 11 g van de Leerplichtwet

Op grond van artikel 11, onderdeel g, en artikel 14 van de Leerplichtwet 1969 (Deze link gaat naar een externe website) zijn in bepaalde situaties verlof toegestaan. Dit geldt voor maximaal tien dagen per schooljaar. Het gaat hier om zogenaamde ‘andere gewichtige omstandigheden’ die buiten de wil van de ouders of leerling liggen. De directeur kan verlof verlenen voor afwezigheid als gevolg van een dergelijke andere gewichtige omstandigheid.

Hierbij moet gedacht worden aan:

  • voor verhuizing: maximaal 1 schooldag.
  • voor het voldoen aan wettelijke verplichtingen, voor zover dit niet buiten de lesuren kan geschieden: maximaal tien dagen.
  • voor het bijwonen van het huwelijk van bloed- of aanverwant tot en met de derde graad. In Nederland maximaal twee schooldagen indien er ver gereisd moet worden. Anders maximaal één dag, in het buitenland maximaal vijf schooldagen. Soort bewijs: trouwkaart, voor buitenland: kopie trouwakte).
  • bij ernstige levensbedreigende ziekte zonder uitzicht op herstel van bloed- of aanverwant. Geldt tot en met de derde graad: maximaal tien dagen. Soort bewijs: doktersverklaring waar ernstige ziekte uit blijkt.
  • bij overlijden van bloed- of aanverwant:
    • in de eerste graad maximaal vijf schooldagen.
    • in de tweede graad maximaal twee schooldagen.
    • in de derde en de vierde graad maximaal één schooldag.
    • in het buitenland: eerste t/m vierde graad maximaal vijf schooldagen

Soort bewijs: rouwkaart, buitenland: akte van overlijden

  • bij 25, 40 of 50 jarig ambtsjubileum. Ook het 12 ½, 25, 40, 50 en 60 jarig huwelijksjubileum van ouder(s)/verzorger(s) of grootouders. Hiervoor geldt maximaal één schooldag
  • voor andere naar het oordeel van het hoofd van de school/instelling gewichtige omstandigheden: maximaal tien dagen.

Daarbij geldt het volgende:

  • verlofaanvragen dienen schriftelijk en binnen een redelijke termijn (bij voorkeur acht weken van tevoren) bij de directeur te worden ingediend. Indien de aanvraag niet binnen een redelijke termijn is ingediend, moet de aanvrager beargumenteren waarom dit niet gebeurd is
  • er kunnen voorwaarden gesteld worden aan het toekennen van verlof, bijvoorbeeld het achteraf tonen van bepaalde bescheiden
  • alle aanvragen dienen, voor zover in redelijkerwijze mogelijk, te worden vergezeld van bewijsmiddelen

In de volgende gevallen wordt in ieder geval geen extra verlof gegeven:

  • familiebezoek in het buitenland.
  • goedkope tickets in het laagseizoen.
  • omdat tickets al gekocht zijn of omdat er geen tickets meer zijn in de vakantieperiode.
  • vakantiespreiding.
  • verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn.
  • eerder vertrek of latere terugkomst in verband met verkeersdrukte.
  • samen reizen/in konvooi rijden door bijvoorbeeld de Balkan.
  • kroonjaren.
  • sabbatical.
  • wereldreis/verre reis.

Helaas komt het wel eens voor dat een leerling of een gezinslid tijdens de vakantie ziek wordt. Hierdoor kan de leerling pas later op school terugkomen. Het is van groot belang om dan een doktersverklaring uit het vakantieland mee te nemen. Hieruit moeten de duur, de aard en de ernst van de ziekte blijken. Hierbij geldt dat indien 1 gezinslid door ziekte niet tijdig terug kan keren, de leerplichtambtenaar zal beoordelen. Hij kijkt of dit ook geldt voor alle leerplichtige kinderen.
Voorbeeld: vader, moeder en twee leerplichtige kinderen zijn op vakantie in het buitenland. één van de kinderen of één van de ouders kan wegens ziekte niet terugkeren. De leerplichtambtenaar zal beoordelen of er sprake is van gewichtige omstandigheden die de gezonde ouder en gezond kind belemmeren. In zoverre dat zij niet tijdig terug kunnen keren naar Nederland. Dat de reiskosten hierdoor hoger uitvallen en de ouders geen geld hebben om deze te betalen is eigen verantwoordelijkheid. Dit valt dan ook niet onder een gewichtige omstandigheid. De leerplichtambtenaar zal in dit geval overwegen om een Proces Verbaal op te maken.

Hoe dient u een aanvraag in?

Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties en/of wegens gewichtige omstandigheden zijn te verkrijgen op school. U levert de volledig ingevulde aanvraag, inclusief relevante verklaringen, in bij de directeur van de school.

De directeur neemt zelf een besluit over een verlofaanvraag voor een periode van maximaal tien schooldagen per schooljaar. De aanvraag voor verlof vanwege ‘andere gewichtige omstandigheden’ wordt naar de leerplichtambtenaar doorgestuurd wanneer deze meer dan tien dagen beslaat. De leerplichtambtenaar neemt vervolgens een besluit, na de mening van de directeur te hebben gehoord.

Niet eens met het besluit

Wanneer uw verzoek om extra verlof wordt afgewezen kan het zijn dat u het er niet mee eens bent. In dat geval kunt u schriftelijk bezwaar maken. U dient een bezwaarschrift in bij de persoon die het besluit heeft genomen.

Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en ten minste de volgende gegevens bevatten:

  • naam en adres van belanghebbende.
  • de dagtekening (datum).
  • een omschrijving van het besluit dat is genomen.
  • argumenten die duidelijk maken waarom u niet akkoord gaat met het besluit.
  • wanneer het bezwaar niet door u maar namens u wordt ingediend, moet u een volmacht ondertekenen. Deze voegt u bij het bezwaarschrift.

U krijgt de gelegenheid om uw bezwaar mondeling toe te lichten. Daarna krijgt u schriftelijk bericht van het besluit dat over uw bezwaarschrift is genomen.

Bent u het dan nog niet eens met het besluit dan kunt u schriftelijk beroep aantekenen. Dit kan op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en moet binnen zes weken bij de Arrondissementsrechtbank, sector Bestuursrecht. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Wel kan de indiener van een beroepschrift zich wenden tot de President van de bevoegde rechtbank. De indiener kan dan verzoeken een voorlopige voorziening te treffen. Aan een dergelijk juridische procedure zijn kosten verbonden.

Ongeoorloofd verzuim

Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt.