Maaibeleid
Om meer biodiversiteit te krijgen, maaien wij minder vaak binnen de gemeente. Door het groen anders in te richten en bermen uit te breiden, kunnen er plantensoorten groeien waar bijen en vlinders op afkomen. Het kan zijn dat u hier vragen over heeft. Daarom hebben we de belangrijkste onderwerpen voor u op een rij gezet.
Waarom maait de gemeente minder?
Biodiversiteit willen we graag behouden en bevorderen. Door minder vaak te maaien, kunnen er veel verschillende grassen, bloemen en kruiden groeien. Dit zorgt voor een verbetering van de flora en fauna in het stedelijk gebied. Naast het minder maaien, zaaien wij ook speciale zaadmengsels in om de biodiversiteit te bevorderen.
Wat maait de gemeente wel?
Bermen bij verkeer- en uitzichthoeken (bijvoorbeeld bij kruispunten) maaien wij twee tot drie keer per jaar. Daarnaast kijken we of er nog op andere plekken gemaaid moet worden. Dit is afhankelijk van de groei van het gewas.
Hoe vaak per jaar maait de gemeente?
Tweemaal per jaar laten wij de wegbermen maaien in alle kernen. We maaien alleen het gras waar wij eigenaar van zijn. Het is een groot gebied en het is dus een hele klus. Wij kunnen niet op alle locaties tegelijk zijn.
Eerste maaironde
Begin mei 2023 start de eerste maaironde, in het najaar volgt de tweede ronde. De watergangen (sloten) worden dan ook geschoond. Naast de grasstroken langs wegen worden ook de recreatieplaatsen en de bermen langs voet- en fietspaden meegenomen in dit onderhoud. Als de verkeersveiligheid erom vraagt worden bepaalde plekken (bijvoorbeeld kruisingen, zichthoeken) vaker gemaaid.
Door te werken volgens de gedragscode Bestendig Beheer wordt de flora en fauna in de wegbermen zoveel mogelijk ontzien. Om dieren en insecten ook de mogelijkheid te geven om te vluchten of te schuilen slaan we per maaironde gedeelten van de bermen over bij het maaien.
Tweede maaironde
Bij de tweede maaibeurt in het najaar worden de overgeslagen stukken gemaaid. Een gedeelte blijft staan voor overwintering van de flora en fauna. Ook rondom bomen laten we een deel gras staan. Zo beschadigen we de stam niet. Door de bermen op deze manier te maaien, wordt er rekening gehouden met de beschermde planten en dieren die zich in de berm bevinden.
Twee aannemers
In ons gebied zijn twee aannemers namens de gemeente actief. Firma de Leeuw uit Hagestein maait de bermen van de wegen en de voet- en fietspaden in Vianen, Hagestein, Everdingen, Zijderveld en een gedeelte van Hoef en Haag. Aannemersbedrijf Growepa neemt het overige deel van de gemeente voor zijn rekening. Zij proberen de overlast voor het verkeer tot een minimum te beperken. Mocht u toch de maaicombinatie op uw weg treffen dan vragen wij om uw begrip.
Houdt de gemeente bij de maairondes rekening met berenklauw en Japanse duizendknoop?
Treft u berenklauw of Japanse duizendknoop aan? U kunt dit aan ons melden via melding doen. We maaien deze planten 2 keer per jaar.
Wat doet de gemeente tegen grasaren en wat kunt u zelf doen?
Grasaren zijn bloeiwijzen van een bepaald soort gras. Ze kunnen vervelend zijn voor honden (en katten). Als een hond in het hoge gras loopt en speelt, kunnen de grasaren in de vacht blijven hangen. Een enkele keer kunnen de aren ook dieper in de huid dringen, of in de oren, tussen de tenen, in de wang, het oog en soms zelfs in de neus 'kruipen'.
We proberen de meeste overlast door grasaren te voorkomen, door het gras langs de randen van paden en wegen regelmatig te maaien. Hondenlosloopgebieden die veel gebruikt worden, maaien we eens per 10 dagen.
Helaas is het niet mogelijk om de overlast van grasaren helemaal te voorkomen. De aren zijn natuurlijke zaden van grassen en groeien op heel veel plekken. Het is niet mogelijk om al die plekken vrij te maken van grasaren. Het is daarom belangrijk dat ook hondenbezitters zelf goed opletten.
Hondenbezitters
Veel hondenbezitters denken dat het plantje vooral voorkomt in hoog gras dat niet zo vaak gemaaid wordt. Dit is echter niet het geval. De grasaar groeit vooral graag op plekken waar veel ‘mest’ te vinden is, ook als er wel vaker wordt gemaaid. Het vaker maaien zal grasaar daarom niet tegenhouden. Daardoor bestaat er een risico dat een hond erin loopt. Het structureel bestrijden van grasaar is niet te doen voor de gemeente. In de natuur groeien meer planten waar men voorzichtig mee moet zijn, zoals reuzeberenklauwen. En net als bij teken is er helaas weinig tegen te doen. Bovendien hebben hondenbezitters zelf ook een verantwoordelijkheid bij het voorkomen van nare gevolgen door de aanwezigheid van grasaren. Door het controleren van de hond op de aanwezigheid van grasaren, net als de controle op teken. Controle na elke wandeling van de mogelijke plekken waar grasaren zich kunnen hechten zoals de huid, tussen de tenen, op de kop (ogen, neus en oren) en de huidplooien rond de poten, is van belang.
Kortom, de groei van grasaren is geen oorzaak die de gemeente kan worden verweten.
Wat kan een hondenbezitter zelf doen?
Laat uw hond niet in het hoge gras lopen. Langs de meeste paden en bij uitlaatvelden is het gras kort en loopt u het minste risico.
Controleer na elke wandeling de hond op plekken waar de grasaren zich kunnen hechten: de huid tussen de tenen, op de kop (ogen, neus en oren) en de huidplooien rond voor- en achterpoten. Zo bent u er altijd vroeg bij.
Heeft u het vermoeden dat uw hond last heeft van grasaren en kunt u deze niet zelf verwijderen? Maak dan een afspraak met de dierenarts voordat het erger wordt.
Meer bloemen in de berm?
De aanwezigheid van bloemen hangt sterk af van de bodem. Is het zand of klei bijvoorbeeld. De bermen van dijken, zoals in de Zuidwijken, bevatten veel gras en weinig bloemen. Dit komt door het kleidek op de dijk. Een kleibodem heeft veel voedingsstoffen. Hier groeien bloemen zoals de klaproos of korenbloem niet zomaar. Maar grassen wel.
Er zijn meerdere mogelijkheden om meer bloemen te krijgen in de bermen. Het inzaaien van bermen levert snel resultaat, maar is kostbaar. We kiezen daarom vaak voor een aanpak die langer duurt. We maaien en voeren het gras af. Hierdoor wordt de bodem voedselarmer. Zaden komen via de wind, via vogels en via de vacht of poep van dieren (zoals schapen).
Hoe kan het dat aan de ene kant van de weg of voetpad de groenstrook wel wordt gemaaid en aan de andere kant niet?
Waar we maaien langs de weg of een voetpad, hangt ook af van het gebruik van de weg. We zorgen dat langs een voetpad 1 meter gemaaid wordt, zodat hondenbezitters hier hun hond goed kunnen uitlaten. En de hondenpoep goed kunnen opruimen. Maar ook voor de verkeersveiligheid kan het belangrijk zijn een bepaald deel te maaien, zoals bij kruispunten.
Per maaironde maaien we bovendien niet alles in 1 keer weg. Wij doen dit omdat op elke locatie waar hoog gras staat, ook dieren gebruik maken van het hoog gras voor voedsel, nest- en schuilplek. Denk aan insecten, zoals vlinder en bijen en kleine zoogdieren, zoals muizen. Zo zoeken we een balans tussen het behoud van een mooie berm, en het behoud van dieren die de berm gebruiken.
Bermen in het buitengebied
De bermen in het buitengebied worden nu alleen gemaaid vanwege verkeersveiligheid. In oktober / november wordt een aantal bermen wel gemaaid. Ongeveer 50% van het gewas blijft staan.
Wat kan er extra gemaaid worden?
Eigenlijk doen wij dit niet. Ontstaat er een onveilige verkeerssituatie? Dan kunt u een melding maken via melding doen.