Kinderopvangtoeslag en ouderbijdrage

Gaat uw kind naar kinderopvang, peuteropvang of buitenschoolse opvang? Dan kunt u misschien kinderopvangtoeslag (Deze link gaat naar een externe website) krijgen. Bijvoorbeeld als u allebei werkt en/of studeert. Of wanneer u alleenstaande ouder bent en werkt of studeert. Hoeveel toeslag u krijgt, hangt af van uw (gezamenlijk) inkomen. Hoe minder u samen verdient, hoe meer u terugkrijgt.

Kinderopvangtoeslag aanvragen (Deze link gaat naar een externe website)

Geen kinderopvangtoeslag

Krijgt u geen kinderopvangtoeslag? Dan geldt het volgende:

  • U betaalt maandelijks een ouderbijdrage aan de opvangorganisatie. De hoogte van de ouderbijdrage hangt af van uw inkomen.
  • Daarvoor moet u:
    • bewijzen dat u niet in aanmerking komt voor de kinderopvangtoeslag.
    • een inkomensverklaring van de belastingdienst meesturen.
  • De opvangorganisatie bepaalt de hoogte van de ouderbijdrage. Dit gebeurt op basis van uw gezamenlijk inkomen. Hoe minder u verdient, hoe lager de ouderbijdrage die u moet betalen is.

Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE)

Sommige kinderen hebben op jonge leeftijd een (risico op) taalachterstand en krijgen dan bij het consultatiebureau een VVE-indicatie. Heeft uw kind een VVE-indicatie via het consultatiebureau gekregen? Dan kan het vier dagdelen naar de peuteropvang in plaats van twee. Het hangt van uw situatie af wat uw ouderbijdrage wordt.

VVE met kinderopvangtoeslag

  • U vraagt kinderopvangtoeslag aan voor de extra twee dagdelen dat uw kind naar de peuteropvang kan.
  • U betaalt zelf het uurtarief van de opvangorganisatie voor de eerste twee dagdelen.
  • Het derde en vierde dagdeel zijn door de toeslag gratis.

VVE zonder kinderopvangtoeslag

  • U betaalt zelf voor de eerste twee dagdelen een ouderbijdrage. Hoeveel ouderbijdrage u betaalt, hangt af van uw inkomen.
  • Het derde en vierde dagdeel zijn gratis door een bijdrage van de gemeente.
  • U moet bij de peuteropvang wel kunnen bewijzen dat u geen recht heeft op kinderopvangtoeslag.